Posts Tagged ‘junk-dna’

Van Junk-DNA naar Resonerend DNA – Introns en Veldcommunicatie

Binnen het genetisch onderzoeksveld is destijds een term geïntroduceerd voor het soort DNA waarvan eigenlijk niet bekend is wat het eigenlijk voor functie heeft. Dit DNA – dat maar liefst 95% van ons DNA uitmaakt – heeft de weinig fraaie naam ‘Junk-DNA‘ gekregen. Hiermee wordt gesuggereerd dat dit DNA eigenlijk niet veel meer is dan een soort afval-DNA, en dan vooral omdat het geen coderende informatie bevat voor het maken van eiwitten.

Inmiddels schijnt er wel steeds terughoudender gebruik gemaakt te worden van deze term, omdat er langzaamaan toch ook in dit gebied van 95% ‘junk-DNA‘ wel zaken worden ontdekt.

Soms hoor je wel eens van die wetenschappers die trots beweren dat de genetica van de mens ontrafeld is; er wordt verwezen naar het prestigieuze ‘Human Genome Project‘ die als doel had alle genen van de mens in kaart te brengen. Als je dan hoort dat ze eigenlijk geen benul hebben van het nut van 95% van ons DNA dan  relativeert dat toch aanzienlijk de zogenaamde grote progressie in de genetische wetenschap.

Als je daarbij nagaat dat we ongeveer even veel genen hebben als een gemiddelde muis (1) en een hond met zijn 78 chromosomen bovendien nog meer chromosomen heeft dan de 46 van mens (2), dan lijkt er toch nog wel het een en ander te ontbreken aan de manier waarop we ons DNA zien. Het kan eigenlijk niet de grote uitvoerder en schepper tegelijk zijn.

VAN JUNK-DNA NAAR RESONEREND DNA

In het artikel ‘Morfogenetische verkenningen‘ (3) schrijf ik over de mogelijkheid dat ons DNA wellicht in staat zou zijn om op een of andere manier te communiceren met de zogenaamde morfogenetische velden. Rupert Sheldrake sprak in 1981 al over de mogelijkheid dat ons DNA wordt aangestuurd door onzichtbare morfogenetische velden. Via het werk van T.C. Kuipers – van den Bos kan er wellicht meer licht geworpen worden over de wijze waarop deze communicatie tussen velden en het DNA van de mens zou kunnen plaats vinden.

Quark Gluon Plasma – zie (5) voor bron.

In het artikel over de aura en gluonen (4) wordt gesproken over het idee dat door de afbraak van moleculen er bepaalde subatomaire deeltjes vrijkomen die in het kwantumonderzoek ‘gluonen‘ worden genoemd. Deze gluonen lijken in staat om informatie op te slaan in de vorm van kleurfrequenties. Het idee dat is geopperd door Kuipers – van den Bos, behelst de mogelijkheid dat deze gluonen (die onze aura zouden vormen) een intermediaire functie hebben tussen enerzijds de morfogenetische velden en anderzijds ons DNA.

INTRONS

Via resonantie zouden deze gluonen informatie oppikken uit de morfogenetische velden en vervolgens zouden zij gaan resoneren met die delen van het DNA die worden beschreven als ‘junk-DNA’. Een wat minder beladen term voor stukjes junk-DNA is intron (6). Deze introns van het DNA zouden kunnen resoneren met de ‘licht’-informatie van de gluonen.

Laten we eerst een definitie van die intron bekijken:

Een intron (van Engels: intragenic region) is een stukje DNA dat zich bevindt in een gen maar dat niet wordt gebruikt om het eiwit te coderen. De delen van het gen die wel in het uiteindelijke mRNA terechtkomen, worden exons genoemd.

De situatie is enigszins te vergelijken met een boek waar tussen de leesbare tekst door opeens enkele regels staan die uit willekeurige letters bestaan. Deze willekeurige letters zullen in het uiteindelijke “boek” ertussenuit gehaald worden, waardoor een verhaal zal ontstaan dat volledig leesbaar is (6).

Afkomstig van wn.com/introns (snapshot uit eerste video)

Stel je eens voor dat al die ‘intron-junk’ wel degelijk erg nuttig is, en wel omdat het in staat is om via de gluonen te communiceren met morfogenetische informatie. Via deze informatie kunnen de intronen vervolgens de verkregen informatie doorgeven aan de bekende genen die vervolgens aan de slag gaan om de gewenste eiwitten en dergelijke te gaan aanmaken.

Wellicht biedt deze theorie een antwoord op de vraag die aan het einde van het wikipedia-artikel over de intron wordt gesteld:

Aangezien de primitiefste organismen weinig introns hebben, en de hoogst ontwikkelde (waaronder de mens) de meeste, pleit dit ervoor dat introns een belangrijke functie moeten hebben, anders zouden ze niet ontstaan zijn en in stand gebleven zijn.

Voetnoten

(1) http://boekenbol.punt.nl/?r=1&id=540799
(2) http://nl.wikipedia.org/wiki/Chromosoom
(3) https://noetiek.wordpress.com/2012/04/22/morfogenetische-verkenningen/
(4) https://noetiek.wordpress.com/2012/05/17/de-aura-en-gluonen/
(5) http://www.zmescience.com/research/large-hadron-collider-lhc-gluon-quark-09112010/
(6) http://nl.wikipedia.org/wiki/Intron